Als ik zeg dat ik zelfstandig vertaler ben, krijg ik heel vaak de vraag “Ah, beëdigd vertaler”? Als ik daarop neen antwoord, heb ik vaak het idee dat ze een verkeerd idee hebben van het begrip beëdigd vertaler. Alsof beëdigd zijn een kwaliteitslabel is.
Beëdigd vertaler ≠ erkend vertaler
Vertaler is helaas geen erkend beroep: iedereen kan zichzelf uitroepen tot vertaler. Er bestaat geen lijst met erkende vertalers zoals dat bij dakwerkers en onthaalmoeders bijvoorbeeld wel het geval is. Dat is een zeer jammerlijke zaak, want daardoor is het voor u heel moeilijk om het kaf van het koren te scheiden: welke vertaler heeft de nodige linguïstische achtergrond en expertise? En welke klust gewoon bij als vertaler, omdat hij of zij vindt dat hij bijvoorbeeld goed Engels kan?
Eén categorie vertalers heeft wel een onderscheidende ‘stempel’. Letterlijk en figuurlijk een stempel zelf: de beëdigde vertalers.
Een beëdigd vertaler werkt voor de rechtbank
In de eerste plaats is een beëdigd vertaler een juridisch vertaler die gerechtelijke dossiers vertaalt. Zijn job is eigenlijk te vergelijken met die van een gerechtsdokter: hij voert werken uit onder ede. Beëdigde vertalingen zijn daarnaast ook nodig voor bepaalde instanties bij een immigratie, een huwelijk… Het gaat dan bijvoorbeeld om geboorteakten, huwelijksakten, enz., maar ook oprichtingsakten kunnen moeten worden beëdigd.
De beëdigde vertaler dient op deze documenten zijn stempel te plaatsen. Voor gewone proces-verbalen van ongevallen voor verzekeringsmaatschappijen is beëdiging niet nodig (tenzij ze worden gebruikt voor de rechtbank en dat wordt geëist) en sommige advocatenkantoren regelen zelf de beëdiging van hun dossiers.
Wanneer u bijvoorbeeld uw buitenlandse partner wilt laten overkomen naar België, moet u een beëdigd vertaler inschakelen. Maar opgelet! Minister Geens is bezig met een Register voor Beëdigde Vertalers en Tolken. Sommige rechtbanken staan er nu al op dat de beëdigde vertaler in het voorlopige register is opgenomen. Vraag dit dus zeker na bij uw beëdigde vertaler of dat het geval is.
Ikzelf werk samen met een viertal beëdigde vertalers die allemaal zijn opgenomen in het voorlopige register. Proces-verbalen voor verzekeringsmaatschappijen, zoals onlangs nog een aangifte van een ski-ongeval, vertaal ik zelf.
Voor technische teksten is (meestal) geen beëdiging nodig
Alleen als je als technisch vertaler ook juridisch vertaalwerk doet of aan particulieren beëdigde vertalingen wilt kunnen leveren, moet je beëdigd zijn. Maar voor technische vertalingen heb je dat eigenlijk niet nodig, tenzij de vertaling als bewijsstuk voor de rechtbank gebruikt wordt, bijvoorbeeld bij een geschil.
Met het nieuwe Register van minister Geens dat eraan zit te komen, is het zeer goed mogelijk dat er een grote schifting zal gebeuren: een heleboel van dit soort beëdigde vertalers – vertalers die juridisch vertalen niet als corebusiness hebben – zijn momenteel aan het heroverwegen of ze hun beëdiging willen behouden onder de nieuwe inschrijvingsvoorwaarden (lees: je bent verplicht zwaar onderbetaald vertaal- en/of tolkwerk te verrichten voor justitie, meermaals weigeren kan je je beëdiging kosten). Hierover las ik trouwens vandaag een zeer interessante blog: Inschrijving in het nationaal register: de vertalers zijn op straffe van een boete tot armoede veroordeeld.
Beëdigde vertaling versus gelegaliseerde vertaling
Naast een beëdigde vertaling bestaat er ook nog een gelegaliseerde vertaling. In totaal zijn er dus drie soorten vertalingen. Zaak is dat u aan de instantie die de documenten nodig heeft, vraagt wat zij precies willen:
- een gewone vertaling (voor advocaten en ambassades volstaat dit bijvoorbeeld vaak),
- een beëdigde vertaling
- of een gelegaliseerde vertaling.
Het verschil tussen een beëdigde vertaling en een gelegaliseerde vertaling is het aantal stempels: op een gelegaliseerde vertaling staat naast de stempel van de beëdigd vertaler ook een stempel van de rechtbank. Meestal volstaat de Rechtbank van Eerste Aanleg, maar er zijn instanties die ook een stempel van het ministerie van Justitie en Buitenlandse Zaken + nog een apostille per document willen.
Hoe meer stempels hoe duurder, tenminste als u dit ook aan de vertaler overlaat. U kunt ook zelf naar de rechtbanken/ministeries gaan en zo het geld van de koeriersdiensten uitsparen.
Eén ding kan ik niet genoeg blijven benadrukken:
Vraag expliciet aan de instantie die de documenten nodig heeft, wat zij precies wil.
U zou echt niet de eerste zijn die van het kastje naar de muur gestuurd wordt en zo nodeloze kosten maakt.
Ter info: dit is geschreven vanuit het standpunt van de Belgische markt. In Nederland is de beëdiging wél een kwaliteitslabel én niet beperkt tot gerechtsvertalers. De beëdigd vertaler moet verplicht een aantal opleidingen per jaar volgen om zijn beëdiging te behouden. Zo’n systeem daar zou België wat van kunnen leren.
Els Peleman
EP Vertalingen
Leuk artikel. Weer iets wijzer geworden. Maar Belgie is wijzer dan Nederland wat het eigen taalbeleid betreft. Daar moet Nederland weer iets van leren in plaats van de hele boel op de schop te doen wat betreft de eigen taal.
Een voorbeeld? Ik ben lid van vrienden van het NIP(Nederlands Instituut SintPetersburg). Wat gebeurt er? Ik krijg een Nieuwsbrief met allemaal verhalen in het…Engels. Hier en daar zie je iets in het Nederlands, terwijl de meeste Russen die daar komen graag Nederlands willen horen en leren. Voor het Russisch mag je wel kiezen. Waar moet dit heen? Arme (nieuwe) directeur van het NIP.
Als het NIP niet “gehoorzaamt” wordt de subsidie waarschijnlijk ingetrokken (chantage) door bijv. de Radboud Universiteit in Nijmegen of door die van Utrecht. Het is om ziek van te worden met die Engelse ziekte. En dat in ons land om vooral studenten tegemoet te komen hoofdzakelijk uit Azie…..voor het geld natuurlijk.
Verder dendert hierdoor het niveau op de scholen naar beneden. Mensen van buitenlandse aflkomst weten niet meer wat Nederlands is en wat Engels. Maar ze krijgen wel de schuld van het dalende niveau.
Dank je wel voor je reactie. Ook in België is die trend van dalend taalonderwijs er hoor, alleen op een geheel andere manier dan in Nederland: hier bij ons gaat het niet over een verschuiving naar het Engels, maar veeleer over de inhoud van het vak Nederlands. Op veel scholen – gelukkig niet allemaal maar ik vang wel steeds meer van dit signalen op – wordt er veel meer de nadruk gelegd op zich kunnen uiten, kunnen communiceren. Grammatica en spelling doen er niet meer toe. In andere vakken mogen er geen punten meer worden afgetrokken voor grammatica- en spelfouten (zelfs bij opstellen wordt dat soms maar heel matig bestraft). Resultaat: ik heb ooit een vertaling van een afgestudeerde vertaler gelezen waarin ik meerdere grammaticafouten van het niveau ‘ik heb geproeft” las.