Enige tijd geleden liet ik iemand een vertaling van mij lezen. Die persoon reageerde daarop als volgt: “Hmm, dat zou ik toch niet zo schrijven. Dat staat een beetje raar.” Hij had misschien wel een punt, maar ik zou het zo weer doen. Waarom? 

 

Omdat ik als vertaler de ethische plicht heb trouw te blijven aan de auteur.

Het is altijd moeilijk om aan een buitenstaander uit te leggen wat vertalen precies inhoudt. Dat het meer is dan louter woordjes vertalen, dat weten de meesten wel, maar dat je voor de meeste teksten – handleidingen en instructies daar gelaten – in de huid van de schrijver moet kruipen, valt veel moeilijker uit te leggen…

Het is ook precies dat wat maakt dat de ene tekst je beter ligt dan de andere. Als je je niet kunt inleven in de wereld van de schrijver, als je niet kunt aanvoelen wat hij achter de woorden bedoelt, dan sla je vaak de bal mis met de vertaling.

Ok, het klopt, heel vaak zal de lezer dat niet merken. Hij leest een vlotte (vertaalde) tekst en die voelt voor hem goed aan. Maar het is heel goed mogelijk dat de auteur een helemaal andere bedoeling had. Dat die de tekst misschien wel bewust stroef heeft geschreven om een bepaalde sfeer te creëren…

En dat is ook precies waarom dit voorval in mijn hoofd bleef spelen. Ik wist dat deze man lang niet de enige is die zich misschien vragen stelt bij een vertaling… Ik weet bijna met 100% zekerheid dat het merendeel niet weet dat het heel vaak dansen is op een wankele koord: blijf ik volledig trouw aan de brontekst of ga ik er toch iets vrijer mee om?

En met iets vrijer bedoel ik absoluut niet dat ik er ineens een andere tekst van zou maken – de voorbeelden die de auteur geeft, dien je over te nemen – maar wel kleine nuances die ik zou kunnen toevoegen zoals verbindingswoorden om meer samenhang te creëren of een kleine extra verduidelijking omdat anders de lezer de draad kwijt raakt. Leestekens zijn nog zo een duidelijk voorbeeld: een dubbele punt toevoegen, of een uitroepteken vervangen door een andere zinswending zijn doelbewuste keuzes die je als vertaler soms wel en soms niet maakt. Kortom:

Je bent als vertaler geen schrijver maar je moet wel de skills hebben van een goede auteur en weten welke technieken je kan gebruiken om de lezer te blijven boeien.

In geen geval mag een vertaling vertaald aanvoelen – is dat toch het geval dan is de vertaler het vak niet waardig vind ik -, maar vaak kiest de vertaler er bewust voor om trouw te blijven aan de structuur van het origineel. Als de auteur bijvoorbeeld van de hak op de tak springt, kan je als vertaler niet anders dan volgen. Als de auteur voorbeelden kiest die voor jou als vertaler vreemd aanvoelen, kan je hooguit navraag doen over waarom hij voor die bepaalde voorbeelden heeft gekozen – soms blijkt dan dat je een verband over het hoofd gezien hebt maar vaak zal dat ook voor de lezer zo zijn, en dat geldt dus ook voor de lezer van de vertaling.

Als een auteur in een bijzonder technisch vaktijdschrift plots met allerlei uitdrukkingen zwaait die zo uit de volksmond komen, dan heeft hij daar een reden toe, dan moet je dat als vertaler respecteren, ook al past het in jouw ogen misschien niet.

Een mooi voorbeeld dat ik ook in mijn gastcolleges regelmatig aankaart, is het voorwoord van een zeer gespecialiseerd magazine rond brandveiligheid en diefstalpreventie dat ik vertaal. Het magazine heeft een bijzonder professionele insteek die getuigt van veel knowhow en expertise – de initiatiefnemers staan zeer hoog aangeschreven in de brandbeveiligingswereld – maar het voorwoord leest in het origineel vaak als een intro voor een gewoon dagblad. Uitdrukkingen zoals ‘klaar is Kees’ en ‘complete nonsens’ zijn niet vreemd.

Alleen als je voelt dat dit in jouw taal echt compleet fout gaat geïnterpreteerd worden, kan je – met goedkeuring van de auteur – ingrijpen in de tekst zelf en eventueel samen met hem een alternatief voor de vertaling bedenken.

Maar in alle gevallen volg je de voetsporen van de auteur, moet je onder zijn huid kruipen, of – net zoals Aladin – de geest van de tekst pakken.  

Net als Aladin moet je als vertaler de geest van de tekst vangen

Hans Boland, een bekende Russische vertaler, geeft dit in een interview voor het NRC haarfijn weer wat dit voor een literaire vertaler inhoudt. Voor niet-literaire vertalers zoals ik geldt net hetzelfde: “Het idee dat je zwart moet zijn, of een vrouw. Wat is dat voor onzin!

Web Analytics